Foto: Deur in Kreta
Op 19 april 2015 komen we in Zakros, Kreta aan. Het is een mooie dag. Er is geen wolkje aan de lucht, geen Cirrocumulus, Cumulonimbus, Conalingus of hoe die dingen ook heten zijn in de verste verte te bespeuren. Nog voor we aan wal zijn snuif ik een scala aan geuren op van kruiden en alles wat bloemt en bloeit. De lente heeft kleur en geur in het land gebracht. Ik voel me goed.
Foto: Crismae in de bloemen gezet
Hoewel ik hier nog nooit ben geweest, voel ik me thuis. Ze spreken een andere taal, maar de mensen hier zien er uit zoals ik, ze betalen met het zelfde geld, aanbidden dezelfde god en hun keuken ken ik vanuit den Aldi: mousaka met retsina.
Foto: we zijn er
Ik geniet intens van het onreine vlees, ik ben er,Griekenland, de bakermat van onze Europese beschaving, het land waar de democratie en daarmee de meest fundamentele mensenrechten zijn uitgevonden. Ik ben thuis. Ik ben veilig. Ik mag weer schrijven wat ik wil.
Foto: kerkje, de deur stond open, al haar rijkdommen liggen zomaar voor het grijpen. Het geeft een veilig gevoel.
Het Suezkanaal en alles wat er bij hoort ligt nu gelukkig ver achter ons. Het was geen aangename reis, ook geen makkelijke. De wind stond niet goed en het duurde lang voor we de 440nm van Port Said tot hier hadden afgelegd. Maar dat zijn we, met een glas retsina in de hand nu al lang vergeten.
Foto: Kris ruilt de Egyptische gastvlag in voor de Griekse
De eerste mensen die we op Europese bodem ontmoeten zijn een koppeltje Oostenrijkers. Ze zijn met hun woonwagen op tocht. Het deed me denken aan de tijd dat ik mijn zaakje nog had, en zelf met een busje doorheen heel Europa trok, van noord tot zuid, om mijn spulletjes te verkopen. Ik kon het niet laten om een praatje met hen te slaan.
Foto: Oostenrijkers met hun woonwagen
In de volgende ankerplaats, Siteia, zullen we mijn kozijn Guy en zijn vrouw Nicole oppikken. Ze keken er al lang naar uit om Donna eens te vervoegen, en nu we in de Middellandse Zee zijn leek dat het ideale moment om eens af te komen.
Foto: Donna, het volledige team, vlnr Crismae, Kris, Nicole, Guy
We zeilen elke dag een stukje, zij nodigen ons uit op terrasjes, en restaurantjes, dingen waarvoor bij ons al lang het budget ontbreekt. En zo krijgen ook wij het gevoel dat we met ‘vakantie’ zijn. En als we niet uit eten gaan geniet ik hoe ze beiden met zorg de spijzen bereiden. Al is het maar een slaatje, ze kiezen er de beste producten voor uit en maken die met veel toewijding en aandacht klaar. Ze selecteren er een passende wijn bij, en daardoor is het elke dag feest.
Foto: terrasjes doen
Het doet goed om weer wat dichte familie om je heen te hebben, mensen die ik al 5 jaar niet meer heb gezien. Toch zijn ze niets veranderd. Het zet me aan om er wat vaart in te zetten, en de rest van de mensen die ik in België heb gemist weer terug te zien. Ik kijk er zelfs naar uit om weer voor de klas te staan, om de jeugd van vandaag weer de basisbeginselen van de wiskunde bij te brengen, de prachtige inzichten van Newton, Descartes en Gauss; om weer een geregeld leven te gaan lijden. Om het leven weer op te nemen, daar waar ik het 5 jaar geleden heb achter gelaten. Is het niet prachtig om in een maatschappij te leven waar dit kan? Er even voor 5 jaar tussenuit te glippen. Even alles vaarwel zeggen, en nadien terugkomen alsof er niets is gebeurd? Even van kalf naar zwaluw, en als het je goed uitkomt te kunnen kiezen weer een kalf te zijn? Is dit soort maatschappijmodel niet waard om verdedigd te worden? Ik althans, ben België, en Europa heel dankbaar dat dit mogelijk is.
Foto: Crismae in het gras
Uiteraard zal mijn nieuwe leven er wat anders uitzien. Ik heb geen huis meer, en zal dus weer van voor af aan moeten beginnen. En hoewel ik opnieuw in Siso Deurne aan de slag kan, mijn plaats in de Koninklijke Balletschool van Antwerpen is nog lang niet zeker. Dat is jammer, want ik voelde me in die kunstzinnige omgeving heel goed. Ik omring me graag met mensen die een doel hebben in hun leven, en er ook voor gaan, hoe zot ook. Mensen met een duidelijke mening, en al staat die haaks op die van mij, die met vuur kunnen verdedigen. Ik geniet van grote ego’s, van mensen met een groot ‘kijk eens naar mij’ gehalte, en daar loopt het op de Balletschool van vol. We zullen wel zien waar we terecht komen in september. Ik ben flexibel en pas me makkelijk aan, maar als ik elders terecht zal komen, ik zal ze toch missen.
Foto: aankomst in Spinalongas (Foto: Andy)
In Siteia kunnen we inklaren. Op het douanekantoor kijkt iedereen verbaasd op wanneer ik en Guy er binnen stappen. Men is er aan de koffie en het lijkt alsof ze nog nooit iemand over de vloer hebben gehad die voor iets anders kwam dan voor koffie. Er hangen wat mensen van het dorp bij elkaar en wij zijn heel welkom om deel te nemen aan hun ritueel. In een vlaag van professionaliteit vraagt 1 van de koffiedrinkers heel vriendelijk in haar beste Engels: “Waar is de boot geregistreerd?” Ze doet in haar trainingspak niet in de verste verte denken aan een douanebeambte, en haar figuur verklapt me dat ze het kledingstuk ook niet heeft gekocht om te gaan trainen. Ze loenst ook een beetje, waardoor ze tegelijk mij en Guy in het oog kan houden. “In België”, zeg ik. En dan is het 30 seconden stil. “Is dat van de Europese Gemeenschap?” vraagt dezelfde dame. Nu had ik niet verwacht dat in dit lokaal over de Grote Unificatie Theorie zou worden gedebatteerd, of dat men zelfs nog maar wakker lag of men morgen met de Euro, Drachme of Roebel zou moeten betalen, maar dat ze nog nooit van België hadden gehoord verbaasde me toch een beetje. Ik wacht even met mijn antwoord, alsof ik de vraag terugwerp. Men heeft er toch tijd genoeg. Iedereen kijkt nu een beetje naar iedereen, maar er is niemand die een standpunt durft in te nemen.
“De hoofdstad van België is Brussel”, geef ik als hint zoals een quizmaster op TV. Ah, ja, Brussel, dat kennen ze.
“Dat is waar ze hun geld van krijgen,” fluister ik Guy toe die naast me staat. Iedereen van de aanwezigen doet nu met veel tamtam een beetje zijn zeg, alsof ze het eigenlijk wel wisten maar wilden zien of de ander het ook wist. Ze komen uiteindelijk tot het besluit dat België tot de Europese Unie behoort. Het dorp is blij met hun correcte antwoord.
“Dan hoef je niet in te klaren,” concludeert het trainingspak. Ze is duidelijk opgelucht dat er nu ook geen reden meer is om van haar stoel te komen. OK, goed, gemakkelijk. Bij de kustwacht hebben we wat meer problemen. Crismae heeft immers geen visum voor Europa. Maar iedereen doet er zijn best om dat probleem voor ons zo snel mogelijk op te lossen. Iedereen is heel vriendelijk, en hulpvaardig, en zonder dat wij er enige moeite voor hebben moeten doen worden alle papieren klaargemaakt. Probeer maar eens een ander land binnen te geraken zonder papieren, bedenk ik me.
Foto: Siteia
Uiteindelijk stapelen we enkel positieve ervaringen op met de Grieken. Als we in een supermarktje in Kapsalion, op het eilandje Khytira niets naar onze goesting vinden, stelt de eigenaar voor om ons met zijn auto naar de concurrentie 20km verder te brengen. Zo maar, gratis voor niets. “Daar is een grotere supermarkt,” zegt ie, “veel beter.” Wat later biedt iemand zijn internet gratis aan, zodat we onze mails nog eens kunnen beantwoorden en de nieuwe weerkaarten kunnen downloaden. Na 5 jaar zeilen vraagt men me heel vaak wat nu eigenlijk de beste plek is om met een zeiljacht op vakantie te gaan. Ik denk dat ik het weet: Griekenland. Ik was er nog nooit geweest, maar tot nu toe ben ik er dol enthousiast over, de mensen, de natuur, het eten, het weer. Al moet je met dat laatste wel opletten. Als de weerkaarten 15knopen wind voorspellen kan dat tussen 0 en 30knopen zijn. Het weer slaat zo snel om dat je constant op alles voorbereid moet zijn.
Foto: Donna in het haventje van Panormou
We zeilen met Guy en Nicole langsheen de noordkant van Kreta. Elke dag een stukje verder, heel ontspannen. In elk dorpje maken we een tochtje en kuieren wat rond in de koelte van de witte huisjes. Van Panormou steken we over naar Kythira. Een zeiltocht van 100nm. Guy geeft niet af, en zeilt bijna de hele nacht door.
Foto: Guy en Nicole, de oversteek naar Kythira
In Kythira krijgen we slecht nieuws. De vader van Nicole is in het ziekenhuis opgenomen. Ze moeten na amper een week weer naar huis. Jammer.
Foto: Guy en Kris in de cockpit van Donna
Ze zijn nog maar pas van boord of het weer slaat weer om. Er ontstaat een gevaarlijke deining aan de kade. Donna slaat af en toe met een venijnige smak tegen het beton. Terwijl ik op de kade de fenders aan het goedsteken ben breken plots 2 meertouwen. Donna draait met haar voorsteven van de kade weg. We kunnen nog 1 spring losmaken, op het laatste meertouw zit nog te veel spanning. Intussen smakt Donna nogmaals tegen de kademuur. We snijden het laatste meertouw door, en vertrekken geïmproviseerd naar meer beschutting. De wind pikte snel op. Het begon met 25knopen, maar ging snel naar 30, 35, 40 en meer. Dat is al 8 Beaufort. We vinden wat beschutting aan de Oostkant van het eiland, in de baai van Dhiakofti. Maar ook daar waait het nog te hard. Met enkel het grootzeil op vliegen we er tegen soms 10knopen heen, maar met slechts heel veel moeite kunnen we op motor de baai tegen de wind in binnenvaren.
Foto: heel veel muurtjes, begroeid met wilde bloemen
Er staat ook daar nog zoveel wind dat ik tijdens het ankeren heel mijn ankerketting verlies. Ik blokkeer de ankerlier, maar de ketting springt er gewoon overheen. Ik zie hoe het einde van mijn ketting in zicht komt, die heb ik rood gemarkeerd, en moet machteloos toezien hoe ook het rood in de zee verdwijnt. Het einde van de ketting is met een stevig touw vastgemaakt, maar dat touw knapt stuk, het zweept hard tegen mijn been en laat een lelijke wonde achter. Ik ben nu heel mijn ketting en anker kwijt. Ik vraag Crismae om op motor zo veel mogelijk ter plaatse te blijven. Dat is niet zo gemakkelijk, maar ze doet het prima. Terwijl kan ik een tweede anker klaarmaken. Ik maak er een stevig touw aan vast, werp dat uit, en … het houdt. We zijn gered, toch voor even.
Foto: het verwonderde me hoe mooi het binnenland van de eilanden wel waren
Ik wil niet de nacht ingaan, enkel gezekerd aan 1 meertouw. Ik heb nog een aantal uur voordat het donker wordt en wil van die tijd gebruik maken om mijn anker en ketting weer op te vissen. Maar ook dat was niet makkelijk. De felle wind en kou maakten daar een erg onaangename klus van. Gelukkig kon ik vanuit mijn dinghy de ketting snel vinden, maar om die hele ketting naar boven te krijgen was mijn dinghy te klein. Terwijl ik de ketting optilde, helde die zo veel dat hij vol liep met water. Daarbij bleek het anker achter een rots vast te zitten. Wat ik ook deed, ik kreeg het niet los. Maar het lukte me wel om aan het einde van de ketting een aantal touwen aan elkaar te binden, die naar Donna te trekken, en Donna zo aan de ketting vast te maken. Nu kon ik gelukkig de nacht ingaan, gezekerd aan 50m ketting, 5m diep. Dat zou wel niet loskomen. Gelukkig, want het weer werd als maar erger. Ook de volgende dag waaide het zo hard dat we bijna niet van boord konden gaan.
Foto: de Griekse eilanden zijn aan te raden voor iedereen die van een bergwandeling houdt
De weerkaarten gaven ook voor de volgende dagen een zelfde weerpatroon aan. Ik besliste om meer noord te gaan. Want hoewel het weer daar eigenlijk het zelfde is, de windkracht blijkt daar altijd een 5 tal knopen minder te zijn dan op het eiland Khytira, waar we nu zitten. Met het kleine anker van de dinghy kon ik achter de beugel van het groot anker haken, en kreeg het zo los, zonder te duiken. Zo konden we vertrekken, en zo eindigen we dan in Frangos, Elafonisos, een mooie baai, helemaal in het zuidelijkste puntje van de Peloponnisos.
Foto: de besneeuwde bergtoppen van Kreta maken indruk op Crismae, die heeft nog nooit in haar leven sneeuw gezien